Prachtige Chinese operakostuums uit de tijd van de Ching-dynastie
Momenteel is er in het Metropolitan Museum of Art (MET) een kleine, maar bijzondere tentoonstelling te zien van kostuums uit de 18de en 19de eeuw die gebruikt werden bij voorstellingen van de Peking opera aan het keizerlijke hof. De prachtige kostuums, rijk geborduurd met zijde- en gouddraad, komen alle uit de eigen collectie van het MET.
Iemand uit het Westen die voor het eerst geconfronteerd wordt met Peking opera zal verbaasd en verbijsterd zijn: extreem kleurrijke kostuums, expressieve make-up, een kakofonie van geluid, korte dialogen, lange pauzes, dramatische bewegingen, acrobatiek en dans; een totale overbelasting van de zintuigen. Waarschijnlijk zal een Chinees een voorstelling van een Wagner-opera voor de eerste keer precies zo ervaren.


Ontstaan van de Peking opera
De eerste voorstelling van een Peking opera vond plaats in 1790, toen operaspelers uit de provincie Anhui een voorstelling gaven in de Verboden Stad, het paleiscomplex van de Chinese keizers in Peking, ter gelegenheid van de tachtigste verjaardag van keizer Qianlong. De macht en cultuur van de Mantsjoe Ching-dynastie (1644-1911) stond toen op zijn hoogtepunt. Peking opera werd snel populair onder alle bevolkingsklassen en is één van de vijf soorten Chinese opera.
In Peking opera worden zowel de mannelijke als vrouwelijke rollen gespeeld door mannen. Een voorstelling zit vol met emotionele en culturele toespelingen en de eigenschappen van de karakters worden uitgedrukt door de als afschrikwekkende maskers opgemaakte gezichten en de kostuums. Zonder een uitgebreide kennis van de rollen en de Chinese geschiedenis is een Peking opera voor een buitenstaander eigenlijk niet te volgen.


Twee basisvormen
Op de tentoonstelling zijn telkens acht kostuums te zien, zoals van een generaal, hofdame, ambtenaar, monnik of onsterfelijke. Ieder kostuum wordt uitgebreid toegelicht, zowel met gegevens over hoe en wanneer ze gemaakt zijn, welke rol ze ondersteunden, inclusief foto’s van voorstellingen, en de onderlinge relaties tussen de karakters die werden uitgebeeld. Hierdoor krijgen we een begin van een beeld van de complexiteit van deze cultuurvorm.
De Chinese opera kent twee basisvormen: wenxi, wat omschreven kan worden als burgerlijke voorstellingen, gebaseerd op intermenselijke relaties, en wuxi, martiale voorstellingen, gebaseerd op (militaire) geschiedenis met veel actie en acrobatiek. Om de kostuums in een kader te plaatsen is de tentoonstelling verdeeld in twee presentaties: de eerste tot half januari toont kostuums uit opera’s over historische verhalen, de tweede over Chinese legendes en mythologie.

Te complex voor de moderne tijd
De complexiteit van de rollen in deze opera’s is enorm. Van de gezichtsmaskers bestaan 15 basisvormen met zo’n duizend varianten daarop, die elk een subtiele betekenis hebben. Zo zijn ook de kostuums uiterst gedetailleerd, voorzien van borduur- en applicatiewerk, veren, franje, kralen en nog veel meer; je kunt er uren naar kijken. Het is duidelijk dat kosten noch moeite gespaard zijn om deze kostuums te maken.

De opera’s uit de Ching-periode zoals die aan het hof van de keizer werden opgevoerd zijn nu niet meer te zien; ze zijn eenvoudigweg te lang. Ze bestonden uit tientallen bedrijven en duurden dagenlang. Bijvoorbeeld de opera Shengpingbaofa (Het Kostbare Vlot van Verheven Vrede), gebaseerd op de klassieke Chinese roman Reis naar het Westen, bestond uit 240 bedrijven. Wat resteert uit deze bloeiperiode van de Chinese muziekcultuur zijn enkele oude foto’s en de kostuums, die er nog steeds schitterend uitzien.
Openingstijden
Zondag t/m donderdag 10.00 – 17.30 uur
Vrijdag en zaterdag 10.00 – 21.00 uur
Bovenste foto: militair theaterkostuum met draken, zijde- en metaaldraad-tapisserie, 18de eeuw.
Korte introductie tot de Peking opera (Engels ondertiteld).

















